Liedteksteditor, zwemstrainster en stuntvrouw
Door: Martine
Blijf op de hoogte en volg Martine
23 Oktober 2007 | Costa Rica, San José
Mijn vorige verhaal had ik op maandag getypt, dat was een nationale feestdag. Dus deze werkweek had maar vier dagen. Wel vier lange en drukke dagen. Dinsdag en woensdag waren twee normale kantoor dagen. Op dinsdag was er een cubaanse gast in het guesthouse, echt wonderlijk wat die man als avondeten at: 2 kipburgers, 3 hamburgers en 3 porties friet. Geen wonder dat ie ontzettend dik was. De lamp in mijn kamer had het begeven, dus moest ik naar de eetkamer in het andere huis om te lezen en aan een armband voor Heidy(zie vorige bericht) te werken. Daar ontmoette ik dus de veeletende Cubaan.
Woensdag was er een vergadering waarin het management van corbana de regels over internet aan de werknemers ging vertellen. Ik hoefde er gelukkig niet heen, want die regels gelden niet voor mij en ik zou het toch niet verstaan. Eduardo had me s’ochtends proberen wijs te maken dt ik daar een praatje moest houden over mijn onderzoek, in het Spaans! Gelukkig was er nix van waar. Tijdens die vergadering vroeg een van de veldwerkers(die er ook niet heen hoefde) of ik zijn zelfgeschreven liedteksten na wilde kijken, ze waren namelijk in het engels en hij wilde er geen fouten in hebben. Goed dat wilde ik wel doen, maar toen hij vertelde dat zijn band eigenlijk een heavymetal band was in plaats van een rockband en ik de teksten niet aan iemand anders mocht laten lezen, begon ik al een beetje mijn twijfels te krijgen. Toen ik het er die avond met Roberto over had, bleek dat die bewuste jongen erg goed is in het schrijven van satanistische teksten, nou daar zat ik eigenlijk niet zo op te wachten.
Maar ik had het beloofd, dus ik zou het voor deze keer wel even doen en toen ik de teksten kreeg bleek er veel te verbeteren(en bleken ze ook niet echt zachtzinnig en vredelievend te zijn). Goed dat doe ik dus niet weer en dat heb ik hem duidelijk uit gelegd. Ik hoef namelijk geen teksten te verbeteren waarin de halve wereld gedood wordt, dat gaat me wat ver, maar dat kunnen jullie je vast wel voorstellen.
Donderdag was er weer een veldwerkdag, deze keer ging ik alleen met Rumain, een assistent van corbana. Omdat ik alle mogelijke variatie in de bodem in zo weinig mogelijk punten wilde hebben, moesten we een heleboel lopen. Zo’n plantage is namelijk tussen de 200 en 500 ha groot. S’middags toen ik terug was op het kantoor, kwam ik Juan tegen. Hij vroeg hoe het veldwerk was gegaan en vertelde me dat Rumain had gezegd dat hij er de volgende keer een werker bij wilde hebben, in plaats van alleen hem. Ik snapte niet waarom, maar wat bleek nou; Rumain vond het geen goed idee dat ik moest helpen met het “zware werk”. We hadden het boren en het uileggen van de profielen samen gedaan en Rumain vond dat te zwaar voor mij. Aan het eind van de dag was ik inderdaad moe, maar ja, wat wil je als je om 5 uur op moet staan. Ik was nogal verbaasd en vroeg Juan of het was omdat ik een meisje je was. Dit was zijn antwoord: Nee, nee, ja, je bent een mooi meisje en je bent nu in Costa Rica en hier hoef je geen zwaar werk te doen. Ik legde uit dat ik het niet zwaar vond en gewend was alles zelf, of samen met medestudenten, te doen en zeker niet anders behandeld wilde worden omdat ik meisje ben. Maar hij bleef bij zijn standpunt, ok ook geen probleem, hoef ik als ik met Rumain ben alleen nog maar te beschrijven.
Eduardo en Roddy waren ook enigzins verbaasd over deze discussie, Roddy had namelijk zelf besloten dat ik wel met 1 assistent af kon. Zij werken allebei al lang bij Corbana en zijn dus Nederlandse studenten gewend.
Ik had een lelijke muggenbult op mijn linkerbeen en omdat ik bang was voor de zelfde infectie die ik van de zomer had, ben ik toch maar even langs de dokter gegaan. Er werkt een doktor bij Corbana, dus dat is handig. Volgens haar was de plek alleen geirriteerd en ik moest een zalfje ophalen en ik mocht vier dagen niet zwemmen. Dat was balen, want maandag en donderdag ga ik altijd zwemmen met Roberto en zaterdag zouden we naar een waterval lopen. Ik ging s’avonds toch maar mee naar het zwembad en dat was maar goed ook, want op de heen weg herrinerde ik me dat ik maandag had agfesproken dat ik hem zou helpen met zijn borstcrawl. Dus het was helemaal niet zo erg dat ik niet mocht zwemmen en zo was mijn nieuwe carriere als zwemtrainster een feit. De gasten van het hotel waar het zwembad is en de andere zwemmers stonden wel even raar te kijken, maar wat geeft dat.
Op vrijdag was er weer een veldwerkdag op de zelfde plantage, nu ging ik met Miguel. Hij is wat opener dan Rumain en doet erg zijn best om mij te helpen met mijn spaans. Ik heb zelfs echte gesprekken met hem gevoerd en hele zinnen gemaakt (meer dan 3 woorden)! Om twaalf uur was het veldwerk klaar en werd er eerst een half uur gelunched en daarna een half uur geslapen. Op de terugweg moest er nog van alles opgehaald worden en waren we pas om half 3 terug bij Corbana (het is een goed uur rijden).
Op maandag en dinsdag bleek Miguel naar 2 plantages te gaan waar ik nog heen moet, dus dat kwam mooi uit. Er kon op zo’n korte termijn alleen geen werker of assistent meer geregeld worden, dus moet ik die 2 dagen alles alleen doen. Ik moet op elke plantage tien boringen maken en dat gaat me wel lukken in mijn eentje. Ik ben blij dat Roddy en Eduardo zoveel vertrouwen in me hebben dat ik alleen op de plantages mag rondlopen als er iemand van Corbana ergena anders op diezelfde plantage aan het werk is. Ik hoop dat Juan er niet achter komt, want die zal er naturlijk fel op tegen zijn!
Om 5 uur wilde ik heel graag naar huis, maar ik moest wachten op een lift, het regende namelijk heel hard! Stel je de ergste hoosbui in nederland voor en doe dat keer 3, dan heb je een idee hoe hard het hier kan regenen. Niemand die in het guesthouse of in de buurt woont was al van plan naar huis te gaan, om 6 uur had ik eindelijk een lift. Snel douchen en eten maken! Ik had maandag pompoen gekocht en ik had nog courgette, heb een er heerlijke curry van gemaakt. Maar wel met couscous in plaats van rijst, want ik had teveel honger om rijst te koken. Zaterdag zouden we om 7 uur vertrekken naar de waterval, dus ik ging vroeg naar bed, net als de rest van de week.
Om half zeven ging de wekker en om 7 uur stonden Juan Carlos en Marco al te wachten. Juan Carlos in een van de lab-assistenten en zou vandaag de gids zijn en Marco werkt bij de administratie van Corbana. Om kwart over 7 bleek dat Roberto dacht dat het nog maar 6 uur was, die mocht zich dus gaan haasten. Na een klein uurtje rijden kwamen we aan bij het begin van pad. (Lees hier: de auto kon niet verder rijden) de route zou vooral vlak zijn en het was anderhalf uur lopen. Deze keer geloofde ik het een beetje, want Juan Carlos zei het. Direct na het uitstappen kwam ik in een mierennest terecht, nadat ik ze allemaal van mijn kleren verwijderd had kon het avontuur beginnen. Al snel kwamen we een groep apen tegen en Juan Carlos vond het grappig om ze boos te maken zodat ze met stokken gingen gooien, echt goed waren ze niet, want ze hebben ons niet geraakt. Even verder was er een heuze mierentrek over ons pad, dat werd dus rennen en daarna de rivier in springen om de mieren weer van je kleren en benen te spoelen. Ik denk trouwens dat ik allergisch ben voor mierenbeten, ik krijg er echt mega bulten van, de diameter is zo’n 5-7 cm, maar na een dag zijn de bulten weg. Het eerste uur was het pad inderdaad vlak en goed begaanbaar, zonder veel rotsen, ik kon de mannen prima bijhouden. Na een uur begonnen de rotsen en de rivieroversteken, toen konden ze af en toen even op me wachten. Juan Carlos merkte op een gegeven moment heel subtiel op dat we al twee uur aan het lopen waren en er nog niet waren. Onze tocht was sowieso een half uur langer dan normaal, omdat we de auto eerder geparkeerd hadden dan tot waar ze normaal met de fiets komen. Na twee en een half uur waren we bij de waterval, echt supermooi, maar wel koud. De zon scheen niet en overal waren kleine waterdruppels van de waterval. Omdat het water zo hoog stond konden we niet zwemmen, maar we konden wel naar een rots klauteren. Van de rots terug naar Marco(die wilde niet mee) moesten wen toch een stukje zwemmen, gelukkig had iedereen zijn kleren nog aan. Omdat het hier te koud was om te lunchen, liepen we een stukje terug. De lunch bestond uit: fruit, koekjes en echt Costaricaans bruinbrood. Vooral de koekjes waren erg in trek bij Marco en Juan Carlos. De terugweg ging een stuk sneller dan de heenweg, waarschijnlijk had het iets te maken met de honger op de heenweg en de volle maag op de terugweg. Behalve op een punt, daar ging iets mis. Er was een rots waar we overheen moesten, het hoogste punt van de rots was ongeveer 4 meter boven de grond en liep flauw af naar beneden, tot 2 meter boven de grond. Ik ging op het hoogste punt zitten en voor ik het wist gleed ik van de rots af en kon ik niet meer stoppen. Toen lag ik dus op de grond, op de een of andere manier kwam ik niet zittend terecht, maar viel ik plat op de grond. Mijn bovenbeen had een rots geraakt, dat was gelukkig alles en ik was natuurlijk geschrokken, maar de rest van de groep volgens mij nog meer. Ik had al vrij snel door dat er nix ernstigs was, maar dat konden zij natuurlijk niet zien. (ik heb nu inderdaad een mooie grote blauwe plek op mijn rechterbovenbeen) Ik moet dus nog wel even wat oefenen wil ik als stuntvrouw aan de slag kunnen. Ik vond het vooral nogal dom van mezelf dat ik van die rots afgedonderd was. Onderweg was er ook nog een slang in een plant, ik wist niet dat slangen ook in planten zaten, weer wat geleerd. Vlak voordat we terug bij de auto waren, begon het keihard te regenen, ik was net weer een beetje opgedroogd. Bij de auto wachtte ons een nieuwe uitdaging, hij zat vast in de modder, maar met de hulp van een paar voorbijgangers hadden we er hem zo uit.
S’avonds zou ik Roberto mee uit eten nemen naar een restaurant in de bergen. Ik moest hem namelijk nog het hotel van vorig weekend betalen, maar dat wilde hij niet, hij wilde liever dat ik hem mee uit eten nam. Eigenlijk nam hij mij mee, want ik wist en niet waar het was en ik mag niet in Corbana-auto’s rijden. Het restaurant was meteen ook een historisch museum en het eten was heerlijk. Ik had rijst met garnalen en een saus die erg leek op satesaus, maar het niet was. Het waren namelijk gepureerde bonen, het zullen ook eens geen bonen zijn in dit land. Ik heb ook een autentiek Costaricaans drankje gehad, gemaakt van een soort rietsuiker en gember, maar het smaakte precies als IJsthee. Dit etentje koste trouwens 6000 Colones, dat is ongeveer 8 Euro, daar kun je nog eens van uit eten! Volgens Roberto was hij nu een slechte man omdat hij een vrouw had talen betalen. In zulke dingen blijkt dat het cultuurverschil groter is dan je op het eerste gezicht zou denken. Ondanks dat het wel normaal is dat vrouwen een baan hebben nadat ze getrouwd zijn, is er echt nog een machocultuur, gelukkig heb ik dat nog nooit op een vervelende manier ervaren. Ze zijn allemaal heel aardig en willen je altijd helpen, ookal vindt je zelf dat dat niet nodig is.
Vandaag is het weer zondag en jullie raden het al, ik heb weer een luie dag! Aangezien ik deze week vier dagen op veldwerk ga, had ik dat echt nodig.
Woensdag was er een vergadering waarin het management van corbana de regels over internet aan de werknemers ging vertellen. Ik hoefde er gelukkig niet heen, want die regels gelden niet voor mij en ik zou het toch niet verstaan. Eduardo had me s’ochtends proberen wijs te maken dt ik daar een praatje moest houden over mijn onderzoek, in het Spaans! Gelukkig was er nix van waar. Tijdens die vergadering vroeg een van de veldwerkers(die er ook niet heen hoefde) of ik zijn zelfgeschreven liedteksten na wilde kijken, ze waren namelijk in het engels en hij wilde er geen fouten in hebben. Goed dat wilde ik wel doen, maar toen hij vertelde dat zijn band eigenlijk een heavymetal band was in plaats van een rockband en ik de teksten niet aan iemand anders mocht laten lezen, begon ik al een beetje mijn twijfels te krijgen. Toen ik het er die avond met Roberto over had, bleek dat die bewuste jongen erg goed is in het schrijven van satanistische teksten, nou daar zat ik eigenlijk niet zo op te wachten.
Maar ik had het beloofd, dus ik zou het voor deze keer wel even doen en toen ik de teksten kreeg bleek er veel te verbeteren(en bleken ze ook niet echt zachtzinnig en vredelievend te zijn). Goed dat doe ik dus niet weer en dat heb ik hem duidelijk uit gelegd. Ik hoef namelijk geen teksten te verbeteren waarin de halve wereld gedood wordt, dat gaat me wat ver, maar dat kunnen jullie je vast wel voorstellen.
Donderdag was er weer een veldwerkdag, deze keer ging ik alleen met Rumain, een assistent van corbana. Omdat ik alle mogelijke variatie in de bodem in zo weinig mogelijk punten wilde hebben, moesten we een heleboel lopen. Zo’n plantage is namelijk tussen de 200 en 500 ha groot. S’middags toen ik terug was op het kantoor, kwam ik Juan tegen. Hij vroeg hoe het veldwerk was gegaan en vertelde me dat Rumain had gezegd dat hij er de volgende keer een werker bij wilde hebben, in plaats van alleen hem. Ik snapte niet waarom, maar wat bleek nou; Rumain vond het geen goed idee dat ik moest helpen met het “zware werk”. We hadden het boren en het uileggen van de profielen samen gedaan en Rumain vond dat te zwaar voor mij. Aan het eind van de dag was ik inderdaad moe, maar ja, wat wil je als je om 5 uur op moet staan. Ik was nogal verbaasd en vroeg Juan of het was omdat ik een meisje je was. Dit was zijn antwoord: Nee, nee, ja, je bent een mooi meisje en je bent nu in Costa Rica en hier hoef je geen zwaar werk te doen. Ik legde uit dat ik het niet zwaar vond en gewend was alles zelf, of samen met medestudenten, te doen en zeker niet anders behandeld wilde worden omdat ik meisje ben. Maar hij bleef bij zijn standpunt, ok ook geen probleem, hoef ik als ik met Rumain ben alleen nog maar te beschrijven.
Eduardo en Roddy waren ook enigzins verbaasd over deze discussie, Roddy had namelijk zelf besloten dat ik wel met 1 assistent af kon. Zij werken allebei al lang bij Corbana en zijn dus Nederlandse studenten gewend.
Ik had een lelijke muggenbult op mijn linkerbeen en omdat ik bang was voor de zelfde infectie die ik van de zomer had, ben ik toch maar even langs de dokter gegaan. Er werkt een doktor bij Corbana, dus dat is handig. Volgens haar was de plek alleen geirriteerd en ik moest een zalfje ophalen en ik mocht vier dagen niet zwemmen. Dat was balen, want maandag en donderdag ga ik altijd zwemmen met Roberto en zaterdag zouden we naar een waterval lopen. Ik ging s’avonds toch maar mee naar het zwembad en dat was maar goed ook, want op de heen weg herrinerde ik me dat ik maandag had agfesproken dat ik hem zou helpen met zijn borstcrawl. Dus het was helemaal niet zo erg dat ik niet mocht zwemmen en zo was mijn nieuwe carriere als zwemtrainster een feit. De gasten van het hotel waar het zwembad is en de andere zwemmers stonden wel even raar te kijken, maar wat geeft dat.
Op vrijdag was er weer een veldwerkdag op de zelfde plantage, nu ging ik met Miguel. Hij is wat opener dan Rumain en doet erg zijn best om mij te helpen met mijn spaans. Ik heb zelfs echte gesprekken met hem gevoerd en hele zinnen gemaakt (meer dan 3 woorden)! Om twaalf uur was het veldwerk klaar en werd er eerst een half uur gelunched en daarna een half uur geslapen. Op de terugweg moest er nog van alles opgehaald worden en waren we pas om half 3 terug bij Corbana (het is een goed uur rijden).
Op maandag en dinsdag bleek Miguel naar 2 plantages te gaan waar ik nog heen moet, dus dat kwam mooi uit. Er kon op zo’n korte termijn alleen geen werker of assistent meer geregeld worden, dus moet ik die 2 dagen alles alleen doen. Ik moet op elke plantage tien boringen maken en dat gaat me wel lukken in mijn eentje. Ik ben blij dat Roddy en Eduardo zoveel vertrouwen in me hebben dat ik alleen op de plantages mag rondlopen als er iemand van Corbana ergena anders op diezelfde plantage aan het werk is. Ik hoop dat Juan er niet achter komt, want die zal er naturlijk fel op tegen zijn!
Om 5 uur wilde ik heel graag naar huis, maar ik moest wachten op een lift, het regende namelijk heel hard! Stel je de ergste hoosbui in nederland voor en doe dat keer 3, dan heb je een idee hoe hard het hier kan regenen. Niemand die in het guesthouse of in de buurt woont was al van plan naar huis te gaan, om 6 uur had ik eindelijk een lift. Snel douchen en eten maken! Ik had maandag pompoen gekocht en ik had nog courgette, heb een er heerlijke curry van gemaakt. Maar wel met couscous in plaats van rijst, want ik had teveel honger om rijst te koken. Zaterdag zouden we om 7 uur vertrekken naar de waterval, dus ik ging vroeg naar bed, net als de rest van de week.
Om half zeven ging de wekker en om 7 uur stonden Juan Carlos en Marco al te wachten. Juan Carlos in een van de lab-assistenten en zou vandaag de gids zijn en Marco werkt bij de administratie van Corbana. Om kwart over 7 bleek dat Roberto dacht dat het nog maar 6 uur was, die mocht zich dus gaan haasten. Na een klein uurtje rijden kwamen we aan bij het begin van pad. (Lees hier: de auto kon niet verder rijden) de route zou vooral vlak zijn en het was anderhalf uur lopen. Deze keer geloofde ik het een beetje, want Juan Carlos zei het. Direct na het uitstappen kwam ik in een mierennest terecht, nadat ik ze allemaal van mijn kleren verwijderd had kon het avontuur beginnen. Al snel kwamen we een groep apen tegen en Juan Carlos vond het grappig om ze boos te maken zodat ze met stokken gingen gooien, echt goed waren ze niet, want ze hebben ons niet geraakt. Even verder was er een heuze mierentrek over ons pad, dat werd dus rennen en daarna de rivier in springen om de mieren weer van je kleren en benen te spoelen. Ik denk trouwens dat ik allergisch ben voor mierenbeten, ik krijg er echt mega bulten van, de diameter is zo’n 5-7 cm, maar na een dag zijn de bulten weg. Het eerste uur was het pad inderdaad vlak en goed begaanbaar, zonder veel rotsen, ik kon de mannen prima bijhouden. Na een uur begonnen de rotsen en de rivieroversteken, toen konden ze af en toen even op me wachten. Juan Carlos merkte op een gegeven moment heel subtiel op dat we al twee uur aan het lopen waren en er nog niet waren. Onze tocht was sowieso een half uur langer dan normaal, omdat we de auto eerder geparkeerd hadden dan tot waar ze normaal met de fiets komen. Na twee en een half uur waren we bij de waterval, echt supermooi, maar wel koud. De zon scheen niet en overal waren kleine waterdruppels van de waterval. Omdat het water zo hoog stond konden we niet zwemmen, maar we konden wel naar een rots klauteren. Van de rots terug naar Marco(die wilde niet mee) moesten wen toch een stukje zwemmen, gelukkig had iedereen zijn kleren nog aan. Omdat het hier te koud was om te lunchen, liepen we een stukje terug. De lunch bestond uit: fruit, koekjes en echt Costaricaans bruinbrood. Vooral de koekjes waren erg in trek bij Marco en Juan Carlos. De terugweg ging een stuk sneller dan de heenweg, waarschijnlijk had het iets te maken met de honger op de heenweg en de volle maag op de terugweg. Behalve op een punt, daar ging iets mis. Er was een rots waar we overheen moesten, het hoogste punt van de rots was ongeveer 4 meter boven de grond en liep flauw af naar beneden, tot 2 meter boven de grond. Ik ging op het hoogste punt zitten en voor ik het wist gleed ik van de rots af en kon ik niet meer stoppen. Toen lag ik dus op de grond, op de een of andere manier kwam ik niet zittend terecht, maar viel ik plat op de grond. Mijn bovenbeen had een rots geraakt, dat was gelukkig alles en ik was natuurlijk geschrokken, maar de rest van de groep volgens mij nog meer. Ik had al vrij snel door dat er nix ernstigs was, maar dat konden zij natuurlijk niet zien. (ik heb nu inderdaad een mooie grote blauwe plek op mijn rechterbovenbeen) Ik moet dus nog wel even wat oefenen wil ik als stuntvrouw aan de slag kunnen. Ik vond het vooral nogal dom van mezelf dat ik van die rots afgedonderd was. Onderweg was er ook nog een slang in een plant, ik wist niet dat slangen ook in planten zaten, weer wat geleerd. Vlak voordat we terug bij de auto waren, begon het keihard te regenen, ik was net weer een beetje opgedroogd. Bij de auto wachtte ons een nieuwe uitdaging, hij zat vast in de modder, maar met de hulp van een paar voorbijgangers hadden we er hem zo uit.
S’avonds zou ik Roberto mee uit eten nemen naar een restaurant in de bergen. Ik moest hem namelijk nog het hotel van vorig weekend betalen, maar dat wilde hij niet, hij wilde liever dat ik hem mee uit eten nam. Eigenlijk nam hij mij mee, want ik wist en niet waar het was en ik mag niet in Corbana-auto’s rijden. Het restaurant was meteen ook een historisch museum en het eten was heerlijk. Ik had rijst met garnalen en een saus die erg leek op satesaus, maar het niet was. Het waren namelijk gepureerde bonen, het zullen ook eens geen bonen zijn in dit land. Ik heb ook een autentiek Costaricaans drankje gehad, gemaakt van een soort rietsuiker en gember, maar het smaakte precies als IJsthee. Dit etentje koste trouwens 6000 Colones, dat is ongeveer 8 Euro, daar kun je nog eens van uit eten! Volgens Roberto was hij nu een slechte man omdat hij een vrouw had talen betalen. In zulke dingen blijkt dat het cultuurverschil groter is dan je op het eerste gezicht zou denken. Ondanks dat het wel normaal is dat vrouwen een baan hebben nadat ze getrouwd zijn, is er echt nog een machocultuur, gelukkig heb ik dat nog nooit op een vervelende manier ervaren. Ze zijn allemaal heel aardig en willen je altijd helpen, ookal vindt je zelf dat dat niet nodig is.
Vandaag is het weer zondag en jullie raden het al, ik heb weer een luie dag! Aangezien ik deze week vier dagen op veldwerk ga, had ik dat echt nodig.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley