ik heb geen bananen vandaag
Door: Martine
Blijf op de hoogte en volg Martine
03 December 2007 | Costa Rica, San José
Het weekend was toch wel een beetje druk geweest en er was ook geen tijd voor uitslapen. De week begon goed met veldwerk op een plantage die nogal een eind weg lag (anderhalf uur rijden). Vrijdag had ik een kaart gemaakt met alle kabels en drainagekanalen erop, zodat we snel aan het werk konden. Op de plantage bleek echter dat er van die kaart geen hout klopte, alle kabels waren of verlegd of verkeerd op de hoogtelijnenkaart ingetekend. Nou is dat laatste waarschijnlijker, want het aanleggen van de kabels is een dure aangelegenheid. Een mannetje van de plantage zou een nieuwe kaart maken en na een goed halfuur was die klaar. Er bleek echter nog een ander probleem te zijn; er werden die dag nematiciden verspreid over een deel van de plantage. Nematiciden zijn chemicalien die nematoden, hele kleine wormpjes in de bodem, onschadelijk maken en zijn ontzettend giftig. We mochten dus de helft van de plantage niet op. Maar er was een heel ingewikkeld systeem van kabels en secties, wat er op neer kwam dat we van de helft van de kabels de helft maandag moesten doen en de andere helft dinsdag, lekker efficient dus. Nou had het mannetje vrij duidelijk uitgelegd waar we wel en niet heen konden, maar Rumain had er niks van begrepen. Celin en ik wel, maar omdat Rumain een hogere functie heeft kan Celin niet zomaar tegen hem in gaan. Ik had daar gelukkig geen last van en na een korte discussie en het navragen bij een andere man was alles opgelost. Ik vond het wel frapant dat ik de Spaanse uitleg beter had begrepen dan Rumain, maar ik had al eerder door dat hij niet echt een helder licht is, of niet helemaal aangesloten is, zoals Sjoerd het altijd zo mooi zegt. Hij had gewoon het hele deel van de secties gemist en bovendien kan hij geen kaartlezen. Omdat we nogal wat tijd waren kwijtgeraakt met kaarten zoeken en aan Rumain uitleggen wat de bedoeling was, was het niet een hele productieve dag. Aan het eind van de middag mocht ik weer naar dokter, want nu deed mijn linkerbeen weer pijn en was erg rood en warm. Volgens mij was de ontsteking nooit echt weggeweest en had de antibiotica wel wat geholpen, maar niet genoeg. De dokter was het meteen met me eens en ik kreeg nu andere antibiotica, want dat was volgens hem de enige oplossing. Ook plakte hij de wonden af, zodat ik dinsdag toch het veld in kon. Ik hoefde geen Dyclofenac te hebben, want daar was ik de eerste keer goed beroerd van de geweest. Na boodschappen doen en eten, was het al bedtijd.
Dinsdag moest ik namelijk om 5 uur vertrekken. Dit keer was ik het er wel mee eens,
want we hadden nog een hoop te doen. De plantage bleek nog een derde probleem te hebben, er liep een rivier dwars doorheen, maar er waren geen bruggen. Als het droog is, was dat geen probleem, dan kon je er met je laarzen dorheen lopen, maar aangezien het de hele nacht had geregend, was het nu wel een probleem. De helft van de plantage was dus onbereikbaar en het werk lag stil. Nou is het in een land waar het minstens elke 2 week wel een keer zo veel regent als maandagnacht, niet heel slim om de helft van je plantage onbereikbaar te hebben, maar goed. Celin en ik liepen toch maar naar de rivier om te kijken of we er misschien overheen konden. En dat kon, de kabels liepen namelijk wel over de rivier en die zijn sterk genoeg om 600 kilo bananen te houden, dus 1 persoon moest ook kunnen. De afstand was echter te lang om je gewoon aan de katrol vast te houden, dus hebben we de grondboor met 2 touwen aan de katrol gehangen en zo konden we naar de overkant zoeven. Mijn hele dag was weer goed! Er waren nog een paar kleine zijriviertjes, daar konden we overheen door aan de katrol te gaan hangen, hoewel dat na 5 keer wel zere handen opleverde. Ondanks de regen hadden we een hoop lol en was deze dag een stuk beter dan maandag. Dit was ook mijn laatste veldwerk dag. Ik denk dat Celin en Rumain het “hora de manzana” wel gaan missen. Ik neem altijd een paar appels mee om om een uurtje of tien op te eten. Voor hen is dit enige fruit wat ze eten. Een veldwerker als Celin verdient 100.000 Colones per maand, dit is ongeveer 140 Euro. Hij vertelde mij dat hij vijf kinderen heeft, waarvan er nog 3 thuiswonen, en dat hij geen geld heeft om vlees, groenten of fruit te kopen. Hij kan zich alleen rijst, bonen, cassave en maismeel veroorloven. Een keer per week eten ze een klein stukje worst. Ik wist wel dat veldwerkers erg weinig verdienen, maar ik had me niet gerealiseerd dat het zo erg zou zijn. Voor Rumain is dat iets anders, ten eerste omdat hij maar 1 dochter heeft en ten tweede omdat hij meer verdient. Maar geld voor een auto heeft hij ook niet. Hier kun je er van uitgaan dat als mensen een eigen auto hebben, ze een goede baan hebben anders kunnen ze dat niet betalen. Ook is het verschil in wat mensen verdienen erg groot, tussen een veldwerker en een ingenieur zit een factor 9-10. Het schijnt in de rest van Centraal Amerika nog veel erger te zijn. Er wordt 15 december een kerstfeest georganiseerd voor arme kinderen uit de buurt en er werd aan alle ingenieurs(en aan mij) gevraagd of ze een kadootje en een set kleding wilde kopen. Iedereen wilde graag meedoen en zelfs een aantal van de labassistenten doen mee. Er zijn heel veel particuliere initiatieven om geld of andere dingen in te zamelen. Er is namelijk geen sociale zekerheid zoals in Nederland, als je geen werk hebt of niet kunt werken, moet je maar voor je zelf zorgen. Goed, na dit verhaal over armoede dan nu de rest van de week.
Omdat het veldwerk klaar was, kon ik alle data uitwerken, saai maar noodzakelijk werk. Ik heb van elke plantage (8 in totaal) een aantal kaarten, die natuurlijk allemaal in een andere projectie zijn en dus moeten worden omgezet. Daar was ik dus druk mee. Donderdag waren er een aantal stukken spaanse text die in het engels vertaald moesten worden. Roberto vertaalde ze en dan keek ik het engels na op de grammatica en de spelling. Geloof je dat, ik, die texten na moet kijken? Ik eigenlijk niet, maar het was toch zo. Roberto’s engels is namelijk het best van het hele instituut en hij spreekt het bijna vloeiend, hoewel hij lange zinnen niet altijd begrijpt, maar zijn schrijven is niet heel goed. Ik heb ook het idee dat in ieder geval de veldwerkers en veldassistenten denken dat engels mijn eerste taal is, maar dat is natuurlijk niet zo. Een van hem vroeg zelfs of we in Nederland ook met dollars betalen.
Ik was blij dat vrijdag het weekend begon, want ik was toch niet zo heel lekker van al die antibiotica en de drukke week. Ik had me voorgenomen om een heel rustig weekend te houden en dat is ook gelukt. Ik moest nog een ketting opsturen naar de VS voor een uitwisseling waar ik aan mee doe, dus ik ging op zaterdag naar de stad. Ik was snel weer terug, Guapiles is niet heel interessant en ik had nix meer nodig.
Donderdga had Roberto gevraagd of hij mijn camera mocht lenen om foto’s te maken voor een van de bewakers die een visum voor de VS wilde aanvragen en of ik kon helpen met ze van de computer te halen. Zaterdag was de laatste dag dat het kon en Roberto had drie uur de tijd om naar de bewaker te rijden, de foto’s te halen, die op de computer te zetten en het formulier in te vullen. Vlak voordat hij wegging kwam hij met een hele lijst waaraan de foto’s moesten voldoen, lekker handig zo op het laatste moment. Ik zei hem dat me dat echt wel een paar uur zou kosten, maar zoveel tijd had hij helemaal niet. Uiteindelijk was het net op tijd klaar, maar ik was wel een beetje pissig omdat hij vantevoren niet had verteld hoeveel werk het zou zijn en het mij dus mijn middag kostte, gelukkig had ik geen andere plannen. De rest van zaterdag heb ik besteed aan het lezen van mij boek en het kleiner maken van mijn kralen voorraad.
Vandaag werd er om een uur of tien voor de duer van het guesthouse naar Roberto gevraagd. Het bleek Edgardo, de baas van bodemkunde te zijn, die een handtekening voor diesel nodig had. Roberto was er niet dus kon ik in mijn pyama naar de deur, ik denk dat ik vanavond maar loon als persoonlijke assistent ga vragen . . . De rest van vandaag heb ik mijn kleren uitgewassen, en dat duurt hier langer dan thuis, want de machine is half automatisch. Je moet zelf aangeven waar het water naar toe moet en je moet de was van de het wasdeel naar het centrifugedeel verplaasten en ophangen natuurlijk.
De eerste helft van deze week ga ik mijn data uitwerken en dan ga ik donderdag nog een korte reis maken. Ik ga naar La Fortuna, om de actieve vulkaan Arenal te zien en naar Quepos om een nationaal park en de pacificische kust te bezoeken. Ik kom op dinsdag weer terug zodat ik op woensdag alles kan opruimen en inpakken en dan vlieg ik donderdag al weer naar Nederland. Aan de ene kant zie ik er wel naar uit om naar huis te komen en iedereen weer te zien, aan de andere kant vind ik het ook ontzettend jammer dat het al weer bijna voorbij is.
Nou dat was het weer, volgende week woensdag volgt mijn laatste verhaal, met hopelijk mooie foto’s!
Dinsdag moest ik namelijk om 5 uur vertrekken. Dit keer was ik het er wel mee eens,
want we hadden nog een hoop te doen. De plantage bleek nog een derde probleem te hebben, er liep een rivier dwars doorheen, maar er waren geen bruggen. Als het droog is, was dat geen probleem, dan kon je er met je laarzen dorheen lopen, maar aangezien het de hele nacht had geregend, was het nu wel een probleem. De helft van de plantage was dus onbereikbaar en het werk lag stil. Nou is het in een land waar het minstens elke 2 week wel een keer zo veel regent als maandagnacht, niet heel slim om de helft van je plantage onbereikbaar te hebben, maar goed. Celin en ik liepen toch maar naar de rivier om te kijken of we er misschien overheen konden. En dat kon, de kabels liepen namelijk wel over de rivier en die zijn sterk genoeg om 600 kilo bananen te houden, dus 1 persoon moest ook kunnen. De afstand was echter te lang om je gewoon aan de katrol vast te houden, dus hebben we de grondboor met 2 touwen aan de katrol gehangen en zo konden we naar de overkant zoeven. Mijn hele dag was weer goed! Er waren nog een paar kleine zijriviertjes, daar konden we overheen door aan de katrol te gaan hangen, hoewel dat na 5 keer wel zere handen opleverde. Ondanks de regen hadden we een hoop lol en was deze dag een stuk beter dan maandag. Dit was ook mijn laatste veldwerk dag. Ik denk dat Celin en Rumain het “hora de manzana” wel gaan missen. Ik neem altijd een paar appels mee om om een uurtje of tien op te eten. Voor hen is dit enige fruit wat ze eten. Een veldwerker als Celin verdient 100.000 Colones per maand, dit is ongeveer 140 Euro. Hij vertelde mij dat hij vijf kinderen heeft, waarvan er nog 3 thuiswonen, en dat hij geen geld heeft om vlees, groenten of fruit te kopen. Hij kan zich alleen rijst, bonen, cassave en maismeel veroorloven. Een keer per week eten ze een klein stukje worst. Ik wist wel dat veldwerkers erg weinig verdienen, maar ik had me niet gerealiseerd dat het zo erg zou zijn. Voor Rumain is dat iets anders, ten eerste omdat hij maar 1 dochter heeft en ten tweede omdat hij meer verdient. Maar geld voor een auto heeft hij ook niet. Hier kun je er van uitgaan dat als mensen een eigen auto hebben, ze een goede baan hebben anders kunnen ze dat niet betalen. Ook is het verschil in wat mensen verdienen erg groot, tussen een veldwerker en een ingenieur zit een factor 9-10. Het schijnt in de rest van Centraal Amerika nog veel erger te zijn. Er wordt 15 december een kerstfeest georganiseerd voor arme kinderen uit de buurt en er werd aan alle ingenieurs(en aan mij) gevraagd of ze een kadootje en een set kleding wilde kopen. Iedereen wilde graag meedoen en zelfs een aantal van de labassistenten doen mee. Er zijn heel veel particuliere initiatieven om geld of andere dingen in te zamelen. Er is namelijk geen sociale zekerheid zoals in Nederland, als je geen werk hebt of niet kunt werken, moet je maar voor je zelf zorgen. Goed, na dit verhaal over armoede dan nu de rest van de week.
Omdat het veldwerk klaar was, kon ik alle data uitwerken, saai maar noodzakelijk werk. Ik heb van elke plantage (8 in totaal) een aantal kaarten, die natuurlijk allemaal in een andere projectie zijn en dus moeten worden omgezet. Daar was ik dus druk mee. Donderdag waren er een aantal stukken spaanse text die in het engels vertaald moesten worden. Roberto vertaalde ze en dan keek ik het engels na op de grammatica en de spelling. Geloof je dat, ik, die texten na moet kijken? Ik eigenlijk niet, maar het was toch zo. Roberto’s engels is namelijk het best van het hele instituut en hij spreekt het bijna vloeiend, hoewel hij lange zinnen niet altijd begrijpt, maar zijn schrijven is niet heel goed. Ik heb ook het idee dat in ieder geval de veldwerkers en veldassistenten denken dat engels mijn eerste taal is, maar dat is natuurlijk niet zo. Een van hem vroeg zelfs of we in Nederland ook met dollars betalen.
Ik was blij dat vrijdag het weekend begon, want ik was toch niet zo heel lekker van al die antibiotica en de drukke week. Ik had me voorgenomen om een heel rustig weekend te houden en dat is ook gelukt. Ik moest nog een ketting opsturen naar de VS voor een uitwisseling waar ik aan mee doe, dus ik ging op zaterdag naar de stad. Ik was snel weer terug, Guapiles is niet heel interessant en ik had nix meer nodig.
Donderdga had Roberto gevraagd of hij mijn camera mocht lenen om foto’s te maken voor een van de bewakers die een visum voor de VS wilde aanvragen en of ik kon helpen met ze van de computer te halen. Zaterdag was de laatste dag dat het kon en Roberto had drie uur de tijd om naar de bewaker te rijden, de foto’s te halen, die op de computer te zetten en het formulier in te vullen. Vlak voordat hij wegging kwam hij met een hele lijst waaraan de foto’s moesten voldoen, lekker handig zo op het laatste moment. Ik zei hem dat me dat echt wel een paar uur zou kosten, maar zoveel tijd had hij helemaal niet. Uiteindelijk was het net op tijd klaar, maar ik was wel een beetje pissig omdat hij vantevoren niet had verteld hoeveel werk het zou zijn en het mij dus mijn middag kostte, gelukkig had ik geen andere plannen. De rest van zaterdag heb ik besteed aan het lezen van mij boek en het kleiner maken van mijn kralen voorraad.
Vandaag werd er om een uur of tien voor de duer van het guesthouse naar Roberto gevraagd. Het bleek Edgardo, de baas van bodemkunde te zijn, die een handtekening voor diesel nodig had. Roberto was er niet dus kon ik in mijn pyama naar de deur, ik denk dat ik vanavond maar loon als persoonlijke assistent ga vragen . . . De rest van vandaag heb ik mijn kleren uitgewassen, en dat duurt hier langer dan thuis, want de machine is half automatisch. Je moet zelf aangeven waar het water naar toe moet en je moet de was van de het wasdeel naar het centrifugedeel verplaasten en ophangen natuurlijk.
De eerste helft van deze week ga ik mijn data uitwerken en dan ga ik donderdag nog een korte reis maken. Ik ga naar La Fortuna, om de actieve vulkaan Arenal te zien en naar Quepos om een nationaal park en de pacificische kust te bezoeken. Ik kom op dinsdag weer terug zodat ik op woensdag alles kan opruimen en inpakken en dan vlieg ik donderdag al weer naar Nederland. Aan de ene kant zie ik er wel naar uit om naar huis te komen en iedereen weer te zien, aan de andere kant vind ik het ook ontzettend jammer dat het al weer bijna voorbij is.
Nou dat was het weer, volgende week woensdag volgt mijn laatste verhaal, met hopelijk mooie foto’s!
-
03 December 2007 - 19:57
Jan:
Heey Martine,
Nematoden zijn inderdaad nergens goed voor;) En antibiotica ook niet, maar als het moet dan het moet het he! Ik kijk ernaar uit om je reisverhalen live te horen bij je terugkomst in Wageningen!
Nog een gezonde laatste week, en nog veel plezier op je korte BWA-hoera-reisje bij de vulkaan en de zee!
Groetjes, Jan xxx
-
05 December 2007 - 00:48
Janneke:
Fantastisch om aan de kabels te zoeven, heb je daar ook foto's van?
Veel plezier je laatste week!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley